Categorie archief: De vierde tien dagen

Dag 40: Contact!

Zo, vandaag ben ik weer eens gaan mediteren vanuit mijn eigen hart en ingeving. Gewoon, omdat ik er zin in had. Het wil alleen niet zo lukken met uploaden van mijn bericht. Ik ben het hele bericht dat ik getikt had zelfs kwijtgeraakt! Dan maar even overnieuw beginnen. En een beetje korter, want eigenlijk wil ik graag naar bed.

Ik voel me lekker ontspannen als ik me comfortabel op de bank nestel. Van de rusteloze armen en benen van de laatste dagen is niets meer te merken. Dat had waarschijnlijk met oververmoeidheid te maken. Ik wil nogal eens over mijn grenzen gaan 😉 Hoewel ik wel moet toegeven dat ik door al het mediteren steeds beter ga luisteren naar mijn innerlijke stem en de behoefte lijf en leden goed te verzorgen groeiend is. Ik geef er zelfs gehoor aan! 🙂 Een mooi pluspunt.

Mijn gedachten willen niet echt stil worden, maar ik kan me voldoende concentreren op een snelle schoonmaak. Mijn gronding is breed en stabiel, mijn aura ziet wat wolkig, maar is mooi schoon en zacht wit van kleur, net als mijn gronding trouwens. Wanneer ik mijn achterkant inspecteer zie ik verbaasd dat ik kennelijk met mijn genetische codering aan de slag ben geweest, onbewust. Van mijn kruin tot halverwege mijn bovenlijf en van schouder tot schouder ben ik overdekt met een soort hoogpolige ‘badmat’. De zachte wollige strengen zijn zeker twintig centimeter lang en wuiven zachtjes op mijn energie als oranje en kobaltblauwe slierten zeewier op de bodem van de oceaan. Ik wordt er vrolijk van 🙂

Mijn gedachten willen niet echt verstillen. Ze draaien rondjes rond een recente mailwisseling met iemand uit mijn vriendenkring. De besproken onderwerpen laten me nog niet los. Uiteindelijk besluit ik dan maar om energetisch contact te zoeken, als de ander daar tenminste voor open staat, en zo misschien al een gesprekje te kunnen voeren. In eerste instantie reageert de ander wat afwijzend en wantrouwend. Iets dat ik me goed kan voorstellen, het gebeurt natuurlijk niet iedere dag dat er iemand energetisch op je deur komt kloppen!

Uiteindelijk laat de ander me toch voorzichtig binnen en ontstaat er een  gesprek vooral gebaseerd op lichaamstaal en gebaren. Woorden overbrengen lukt niet echt. Het geheel voelt behoorlijk chaotisch aan doordat er continu herinneringen getriggerd worden, bij allebei denk ik. Wat we ‘besproken’ hebben is natuurlijk privé, maar het was heel leuk om deze manier van communiceren weer eens uit te proberen. Zoals altijd heb ik geen idee wat de werkelijkheidswaarde hiervan is. Voor hetzelfde geld was het mijn heerlijk creatieve onderbewuste 😉

Voor wie denkt dat hij/zij aan de andere kant van de lijn zat: het ‘gesprekje’ duurde ongeveer van vijf over elf tot tien voor half twaalf, deze avond. Ik had de indruk dat je al half en half in slaap was, of nee, misschien meer nog wat zat te doezelen voor de tv…

image

Dag 39: Meditation Oasis

Gisteren na het mediteren heb ik nòg een app van Meditation Oasis opgezocht en gekocht: ‘Simply Being’. Hij was maar €0,89, dus daar kun je je geen buil aan vallen. Er zijn er nog heel wat meer, maar van wat ik er nu van gezien heb is het geen enkel probleem om het bij de gratis versie te houden en die keer op keer te gebruiken.

Vandaag heb ik natuurlijk de nieuwe app uitgeprobeerd. Simply Being, gewoon zijn, dat spreekt me wel aan. Dezelfde bijzondere vrouwenstem, dezelfde geluiden op de achtergrond (vandaag kies ik voor regen), maar met een extra snufje: ik kan de regen na afloop van de meditatie door laten gaan met zachtjes druppelen, tot maximaal twee uur. Handig om bij in slaap te vallen! Ook heb ik nu vier lengtes voor de meditatie waaruit ik vrij kan kiezen. Allemaal heel overzichtelijk. Ik hoef niet lang na te denken en ga voor de volle twintig minuten met vijf minuten regen extra 😉

Heerlijk dat uitproberen! Zeker als het zo goed bevalt. Om het mezelf meteen maar wat gemakkelijker te maken, ga ik languit in de uitklapbare leunstoel liggen. Toch blijf ik nog steeds last houden van die rusteloze armen en benen en kruip ik uiteindelijk weer op mijn zij op de bank. Tijdens de meditatie raak ik een paar keer helemaal van de wereld, zonder in slaap te vallen, maar ook zonder gedachten of beelden. Het is opnieuw een prettige ervaring. Ik kan iedereen die eens wil voelen of mediteren ook iets voor hem of haar zou kunnen zijn deze geleide meditaties van Meditation Oasis van harte aanraden.

Ik ga ze lekker meenemen op vakantie!

image

Dag 38: Take a Break!

Vandaag heb ik ineens weer zin om me te laten leiden. De app van het Chopra Center beviel me niet zo, maar ik had tegelijkertijd nog een andere gedownload, een van Meditation Oasis. Wat me meteen al opgewekt stemt bij het openen van de app, is dat je zelf kunt kiezen uit wel of geen gesproken begeleiding en wel of geen achtergrondgeluiden, waarbij je de achtergrondgeluiden zelf kunt kiezen (muziek, oceaan, regen of beekje) en alle ingestelde geluiden op een aangenaam volume kunt instellen.

Ik ga voor de langste geleide meditatie (13 minuten, voor diepe ontspanning) en kies als achtergrondgeluid een kabbelend beekje. De stem van de vrouw klinkt wat vreemd. Al haar woorden gaan aan het einde omhoog, een beetje onnatuurlijk. Maar na eerst even wennen wordt het al snel prettig. De tekst zelf is helder en duidelijk. Ze legt precies uit wat de bedoeling is, zonder een woord te veel te zeggen, en last korte pauzes in die lang genoeg zijn om ècht te kunnen ontspannen, maar kort genoeg om je aandacht erbij te kunnen houden. Het lijkt me een geleide meditatie die je zonder problemen en zonder dat het saai wordt iedere dag zou kunnen gebruiken. Helemaal geweldig 🙂

Het lukt me maar moeilijk om een geschikte houding te vinden op de bank. Mijn energie staat onder hoogspanning: mijn hele mond en zelfs mijn kaken zinderen, de plek ter grootte van een twee euro munstuk op mijn voorhoofd ook, evenals mijn handpalmen en voetzolen. Hoe kan het toch dat dit zinderen meteen zo heftig toeslaat? Ik hoef mijn ogen maar dicht te doen met de intentie te gaan mediteren en hopla! Ik sta ‘aan’. Misschien was dat ooit handig voor het geven van healings en was ik me er toentertijd gewoon niet zo bewust van als nu?

Maar als ik wil mediteren en verstillen is het lastig. Langer dan een halve minuut kan ik niet stilzitten en er begint natuurlijk weer van alles te kriebelen en te trekken. Ik verzit… ik verleg mijn armen… en benen… ik pak er een kussentje bij voor in mijn rug… ik ga er dan maar bij liggen… of nee, toch maar even op mijn zij draaien… weg met dat kussen onder mijn hoofd… mijn armen liggen niet lekker… mijn rug doet zeer (hm, dat voelt als menstruatie)… ik trek mijn benen telkens op, want mijn tenen liggen pijnlijk krom tegen de leuning…

Dan slaat de klok tien uur en kan ik haar stem niet eens meer horen. Zo lukt het natuurlijk helemaal niet meer, grr. Ik wacht tot de klok een minuut later nog eens het hele uur heeft geslagen en zet ondertussen de meditatie weer op het begin. De stem mag wat harder nu, want met één oor op mijn arm kon ik de dame niet goed meer horen. Het kabbelen zet ik wat zachter. Ik ga weer liggen en slaak met opzet een diepe zucht. Het helpt. Zo! Nú moet het toch wel gaan lukken zeker?!

En ja, het gaat veel beter. Uiteindelijk vind ik mijn draai (ik voel me net de hond die zijn beste plekje in de mand zoekt) en raak ik ontspannen. Al stroomt de energie nu niet zo hard meer, mijn gedachten blijven rustig en stil. Binnen de kortste keren ben ik zo ver weg dat ik niet bewust meer registreer wat er gezegd wordt. Zelfs mijn innerlijke stenograaf is het zwijgen opgelegd.

Een laatste zinnetje klinkt en laat me weten dat ik nu kan stoppen met mediteren, of door kan gaan als ik dat wil. De stem doet er verder het zwijgen toe en ik zak nòg dieper weg in mijn meditatie. Het is niet volledig stil in mijn hoofd, maar ik ben zo níet gehecht aan de gedachten en beelden die voorbij komen, dat ik ze me ook niet meer kan herinneren. Ik kan dus helaas niet verhalen van de dingen die ik heb gevoeld en gezien, maar ik voel me wel heerlijk ontspannen en uitgerust.

image

Dag 37: Vogelen

Tegen de tijd dat ik kan gaan mediteren hoor ik boven het geluid van de vaatwasser uit een merel fluiten buiten. Ik houd zo van het geluid van vogels, vooral  bij het vallen van de nacht en het krieken van de dag, als de wind gaat liggen en de wereld een tijdje verstilt. Ik loop meteen naar buiten en ga in een van de houten tuinstoelen op het terras zitten. Ontspannen ben ik al.

De merel zit in de grote kastanje aan het slootje achter ons huis. Met intervallen fluit hij zijn lied, de wijs telkens iets veranderend. Hoe langer ik luister, hoe meer ik opvang, maar pas na een minuut of tien hoor ik de merel in de verte, met wie hij zijn wijsjes uitwisselt. In dezelfde kastanje zit een koppeltje duiven dat daar zijn nest heeft. Het valt me altijd op hoeveel kabaal die beesten maken. Ze fladderen van tak naar tak en slaan daarbij met hun lawaaierige vleugels tegen de bladeren. Heel even hoor ik ook de jongen piepen. Ze klinken klaar om uit te vliegen.

Boven de tuin van de achterburen scheren zwaluwen met schelle kreetjes en opengesperde snaveltjes door de lucht. Er zijn gelukkig weer voldoende insecten, maar van muggen hebben we dit jaar nog steeds niet veel gemerkt. Een enkele meeuw zweeft stil op de avondlucht landinwaarts. Die komt vast van het Haringvliet vandaan. Twee meerkoetjongen zijn zo ver uitgezwommen dat ze al piepend hun moeder tussen het dichte riet zoeken. Ik kan niet langer blijven zitten. Met mijn ellebogen leun ik ontspannen op het houten hek achterin onze tuin en kijk naar beneden in de sloot. Moeder meerkoet zwemt op haar gemak wat heen en weer en hapt van het riet. Ze trekt zich zo te zien niet al te veel aan van haar roepende jongen.

Ik blijf staan en zie hoe iets doorbuigende riethalmen de aanwezigheid van een stille rietzanger verraden. Ze werkt systematisch de slootkant af, op zoek naar lekkere hapjes neem ik aan. Ik hoor een spitsmuisje, maar kan hem tussen al dat groen niet ontdekken. Een onbekende kat springt soepel op de schutting van een tuin verderop. Ik voel me blij met zo veel leven om me heen. Hoog boven me klinkt gekras. Als ik omhoog kijk zie ik hoe een tiental kraaien van oost naar west over onze tuin vliegt. En natuurlijk denk ik meteen aan de Romeinse Augures 😉 Wat zou dit voor voorteken kunnen zijn, vraag ik me half en half serieus af.

Ik blijf nog een tijd staan genieten. Eén geluidje kan ik niet thuisbrengen. Het klinkt als van een kleine vogel en lijkt op het geluid van een Zuidfranse krekel in de zomer op de camping. Maar dan zachter. De windveren hoog in de lucht trekken langzaam weg. Als de natuur steeds stiller wordt en de lucht steeds blauwer, ga ik weer naar binnen. Het was fijn. Met aandacht luisteren en kijken… dat is óók mediteren.

image

Ik heb geprobeerd het vogelgeluidje te achterhalen. Dat van de oeverzwaluw lijkt er nog het meeste op, maar ik weet niet zeker of het dat ook was. Over tien vliegende kraaien heb ik nog niets kunnen vinden. Behalve dan een oud Schots rijmpje, waarbij tien kraaien staan voor ‘sorrow’.

Dag 36: Ruimtereizen

De laatste weken ben ik weer helemaal geïnteresseerd in het onverklaarbare. Niet dat het ooit helemaal weg is geweest, maar het heeft wel een tijd op een vrij laag pitje gestaan. Ik kijk nu graag afleveringen van Psychic Kids en van A Haunting. Anthologie televisie gebaseerd op de ervaringen en belevenissen van anderen, toegeschreven aan het paranormale, omdat andere verklaringen niet langer toereikend lijken. Verhalen die zo natuurgetrouw mogelijk worden weergegeven en niet meteen claimen dat het bestaan van entiteiten hiermee bewezen is. Daar houd ik van 😉

Dit in tegenstelling tot programma’s als Paranormal Cops en Haunted Encounters, die op mij ronduit overkomen als sensatiezoekerij en kippenvelvermaak. Wanneer je bang bent voor je eigen schaduw, een krakende vloer of een dichtwaaiende deur, betekent dat echt niet meteen dat je entiteiten in huis hebt. Meestal zijn mensen bang voor de spoken in hun eigen hoofd en zoeken ze bewijs in zogenaamde onmogelijkheden waar vaak heel gemakkelijk juist een logische of wetenschappelijke verklaring voor te vinden is. Angst is nu eenmaal iets dat je heldere blik vertroebelt. En vaak is je eerste reactie op angst om het op iets of iemand buiten jezelf te projecteren, alsof je een slachtoffer bent en je zelf niets aan je situatie/gemoedstoestand kunt (of hóeft te) doen.

Dit even ter inleiding. Dan nu naar de meditatie van vandaag. Ik voel er helemaal niets voor om verder te gaan met de 21 dagen. Het spreekt me toch niet voldoende aan om het een echte kans te geven. Wat ik wèl heb meegenomen uit de toelichting bij dag 1 is dat alles wat er tijdens het mediteren (of je poging tot mediteren) naar voren komt welkom is. Dat ik dus af en toe wat gefrustreerd raak wanneer het niet naar mijn zin gaat, is dus eigenlijk helemaal niet nodig. Alles wat naar voren komt, is wat ik op dat moment nodig heb, volgens de man met de zangerige stem. Ha, daar vertrouw ik graag op.

Vandaag ga ik weer eens op bed liggen. Een korte fysieke oefening ter ontspanning, dekbedje tegen de kou en ogen dicht. Ben ik bijna vertrokken, gaat de deurbel! Blij voor mijn zoon dat het waarschijnlijk zijn pas bestelde ‘drawing tablet’ is, storm ik twee trappen naar beneden. Niets. Helemaal niemand voor de deur en complete stilte in de straat. Zelfs geen spelende kinderen. Voor de zekerheid kijk ik even om het hoekje om te zien of het toevallig dochterlief was die thuiskwam. Nee, ook niet. Ik besluit dat er waarschijnlijk belletje getrokken is. Doet me glimlachend terugdenken aan mijn eigen kindertijd terwijl ik de voordeur dichtdoe… 🙂

Ik weer naar boven. De korte onderbreking heeft me kennelijk niet erg uit mijn concentratie gehaald, want binnen de kortste keren ben ik goed op dreef. Ik controleer snel mijn gronding en energie en zie dat ik wel weer een kleine poetsbeurt kan gebruiken. Ik heb ooit zelf een oefening verzonnen die me toentertijd erg goed beviel. Die wil ik nu weer gebruiken. Ik knip mijn achtste chakra hoger aan, laat er een fietswiel met een dikke band van licht uit ontstaan en trek dat door de centrale as van mijn lichaam heen naar beneden tot op de plek van het achtste chakra lager.

Ik herhaal het proces, maar dan andersom. Nu zitten beide chakra’s omgewisseld. Ondertussen hebben ze direct contact met elkaar gehad, informatie met elkaar uitgewisseld en is het meeste vuil afgevoerd naar de zon of de kern van de aarde. Heel handig en snel. Meestal herhaal ik dit proces nog een paar keer om helemaal tiptop picobello te zijn en de chakra’s weer op hun eigen plaats te krijgen, maar deze keer gebeurt er iets heel anders. De achtste chakra’s springen vanzelf terug naar nu eigen plaats. De banden van licht ontmoeten elkaar ter hoogte van mijn taille en geven daarbij een geluid als van zwaaiende light-sabers uit Star Wars.

De achtste chakra’s hebben nog veel meer leuks in petto. Ze beginnen zich steeds sneller langs mijn lichaam op en neer te bewegen. Zwaowng, zwaowng, zwaowng flitsen de lichtblauwe banden fel op en neer. Na verloop van tijd zo snel dat er een cocon van helder lichtblauw licht om me heen ontstaat. Een dikke bundel wit licht schiet vanaf mijn kruin recht omhoog het oneindige universum in en vanaf mijn perineum recht naar beneden naar… ik weet niet waar. Ik krijg heel sterk het gevoel dat ik in mijn lichtcocon langs de dikke lichtbundel flitsend snel op en neer zou kunnen reizen en besluit meteen mezelf de ruimte in te sturen. Swoesj!

Ik heb geen idee waar ik heen ga. Even lijkt het erop alsof ik mijn Bijna Dood Ervaring/Verlichtingservaring dunnetjes mag overdoen, maar ik blijf een beetje stuurloos tussen de schemerschimmenwereld en de overgang van universum naar lichtwereld hangen. Hm… Dan ga ik toch gewoon naar de zon? Helemaal happy met deze ingeving zoef ik weer weg om boing! op een of ander (elektromagnetisch?) veld rond de zon terug te stuiteren. ‘Heeej… Dàt ben ik niet gewend?!’ denk ik, half verontwaardigd dat het me niet lukt dichter bij de zon te komen. Ik boink en stuiter over het veld rond de zon en voel me een beetje als een bij die door een raam heen probeert te breken om het licht erachter te bereiken.

Terwijl ik een beetje teleurgesteld terug naar de aarde glijd, langzamer nu, maar nog steeds heel soepeltjes en snel, bedenk ik dat het wel iets met die cocon van fietswiellicht te maken zal hebben. Niet helemaal bewust heb ik het licht wat zachter gezet en er begint weer wat geluid van buiten tot me door te dringen. Bij de atmosfeer aangekomen scheer ik als een schaatsenrijder (het waterinsect bedoel ik) over de dunne luchtlaag. Ik experimenteer een beetje met het bijstellen van mijn fietswiellicht en ontdek hoe ik door de atmosfeer, die aanvoelt als een trampolinelaken, heen kan breken om weer ‘thuis’ te komen.

image

‘Handig!’ hoor ik mezelf verrukt denken. Zo kan ik, mocht het ooit nodig zijn, entiteiten volledig buiten mijn energie houden. Of het echt iets met elektromagnetische velden te maken heeft weet ik niet, maar dat was het eerste dat bij me opkwam. Interessant om eens verder over na te denken en wat info over bij elkaar te scharrelen. Want ’s avonds laat naar een programma als A Haunting kijken is wel erg leuk, maar toch ook wel een beetje kippenvellerig. Je moet er toch niet aan denken dat een of ander iets bezit van je huis, of erger nog, van je lichaam neemt, al was het in werkelijkheid alleen maar je (doods)angst voor zoiets 😉

image

Dag 35: Who am I?

De tweede dag van de 21 Day Meditation Challenge: Who am I? Ik had niet verwacht dat ik opnieuw een heel verhaal te horen zou krijgen om uiteindelijk voor minder dan de helft van de tijd -nog geen tien minuten, denk ik- een geleide meditatie te krijgen. Het verveelde me een beetje. Wat de man, dezelfde als van gisteren, vertelde was me niet onbekend. Mijn gedachten dwaalden telkens af, verveeld een ander, meer interessant onderwerp zoekend. Ik had het gevoel dat ik mezelf er telkens bij moest slepen. Best jammer.

De meditatie zelf richtte zich op de vraag ‘Wie ben ik?’ als mantra. De bedoeling ervan is dat je alle aspecten van jezelf ziet en uiteindelijk doorkrijgt dat je in feite met alles en iedereen verbonden bent en dus eigenlijk één bent met alles. Het lastige is dat ik dit al zo vaak gedaan heb, dat ik floeps! meteen al in wat ik herken als eenheidsbewustzijn schiet. Ik ben ik, waarbij ‘ik’ synoniem is voor alles in een.

Wat leuk was tijdens de meditatie is dat ik tegen het einde de opdracht kreeg om vanaf mijn dak op het hoogste gebouw op de hoogste berg van de wereld naar iedereen uit te schreeuwen wie ik ben, uit te schreeuwen wat ik zojuist had ontdekt over mezelf. Dus wil ik braaf ‘ik ben ik’ schreeuwen, hoewel schreeuwen niet echt mijn ding is, maar… In plaats van woorden kwamen er glanzende wolkjes blauwe energie uit mijn mond tevoorschijn, die zich langzaam ontvouwden, uitdijden en zich over de hele wereld verspreidden. Toch nog iets moois!

Of ik met de reeks van 21 dagen door zal gaan betwijfel ik. Morgen nog eens een dagje uitproberen, maar als het dan weer meer van hetzelfde is, houd ik het voortaan toch maar bij mijn eigen chaotische ‘aanpak’. Beetje jammer, dat wel. Ik was vergeten dat ik al eerder tegen dezelfde, voor mij toch wat te traag verlopende cursussen/workshops/etc. aangelopen was. Waarom vergeet ik altijd dat ik geen beginneling meer ben?

image

Dag 34: 21 Day Meditation Challenge – Chopra Center

Day 1: What is a Soul Profile?

Het is tijd voor mijn meditatie. Buiten wordt het al donker, de kinders liggen in bed, de vaatwasser staan aan, de tuin is weer nat gesproeid en de zooi opgeruimd. Ik voel me wat ongedurig vandaag. Een vage spanning in mijn armen en benen waardoor het lastig is stil te zitten. Ik heb geen zin om mezelf de meditatie in te begeleiden, half en half verwachtend dat mijn lijf het me lastig zal maken. Voor ik het goed en wel door heb, ben ik op zoek naar een meditatie-app. Die zijn zeker niet lastig te vinden!

21 Day Meditation Challenge… Hm, dat spreekt me aan. Als ik vervolgens zie dat het van het Chopra Center is (ben best een beetje fan van Deepak Chopra!), ben ik overstag. Hij is nog gratis ook. Downloaden… Oh, alleen de eerste drie dagen zijn gratis. Tja, dat had ik natuurlijk wel een beetje kunnen verwachten. De resterende geleide meditaties zijn $ 0,99 per stuk. Valt eigenlijk wel mee, hoewel alles bij elkaar toch wel oploopt tot een aardig bedrag natuurlijk. Eerst maar eens proberen of het überhaupt iets is. Daarna zie ik wel weer verder.

Ik blijf gewoon zitten waar ik zit, aan tafel, en open de app. Hij staat op zijn kop! Dat tovert meteen een glimlach op mijn gezicht. Ik moet mijn I-pad echt op zijn kop zetten om goed te kunnen lezen. Als ik de eerste dag aanzet, klinken de gebruikelijke New Age geluiden uit de speaker. Een prettige, beetje zangerige mannenstem vertelt een verhaaltje over het doel van deze 21 dagen durende uitdaging, over hoe het programma opgedeeld is in drie delen met elk een eigen kernvraag -Who am I? What do I want? Dharma (~ What is my purpose?)- en een kleine inleiding op de eerste, korte geleide meditatie. Ter oriëntatie, vermoed ik, gezien de titel.

Uiteindelijk is het tijd om de ogen te sluiten en een paar keer diep adem te halen (ik zat allang met mijn oogjes toe, hihi). Mijn tong, tanden, lippen, handpalmen en voetzolen zinderen al een tijdje, maar mijn ongedurige armen en benen hinderen me. Ik kan niet echt gemakkelijk zitten, krijg overal kriebel en raak wat geïrriteerd. Halverwege de meditatie sta ik toch maar even op om op de bank te gaan liggen. Stukken beter, hoewel ik mijn armen wel gedeeltelijk onder mijn rug moet proppen om echt stil te kunnen liggen (ik moet toch mijn schildkliermedicatie eens laten nakijken, grmbl). De drie kernvragen passeren de revue en ik zie meteen mooie beelden.

Who am I?
Inge.
Ik zie een groot donker universum vol lichtspikkel-sterren. Erin zweeft een glanzend doorzichtig bubbeltje rond. En daarin zit ik. Als ik dichterbij kom, zie ik mijzelf op de stoel ongemakkelijk zitten zitten. Het licht van de lamp boven tafel is mooi zacht en geeft alles een oranjegele tint. Het beeld heeft een beetje weg van een oud schilderij, die sfeer, maar dan levend.
Eigenlijk grappig hoe je geest opgedeeld kan zijn in totaal van elkaar verschillende bewustzijnstoestanden, bedenk ik nu, waarbij de fysieke ik zich niet bewust is van de meer spirituele ik. En andersom is dat juist wel het geval. Best apart.

What do I want?
Peace and Calm. Dit eerste antwoord komt spontaan naar boven. Het pas heel erg bij de Inge in haar glanzende bubbeltje op haar veilige plek in het weidse universum. Als ik opnieuw inzoom op de bubbel-Inge, zie ik mezelf voorovergebogen aan tafel zitten schrijven (met de hand!) aan een manuscript. Ik wil schrijven, schrijven, schrijven. Schrijver zijn. Ik hoor mezelf gewoon denken dat dit misschien niet helemaal een objectief beeld is van wat ik ècht wil. En even later wordt dit door de vriendelijke mannenstem bevestigd. Hij benadrukt dat het beeld van wie je bent en wat je wilt aan het einde van de 21 dagen waarschijnlijk heel anders zal zijn dan wat je nu, op dit moment wilt. Oh, gelukkig. Ik was al bang voor oogkleppen.

What is my purpose?
En ja hoor, ik sta op een klein podium te vertellen over mijn boek. Ik heb een kleine menigte om me heen verzameld, mensen die oprecht blij zijn en iets wezenlijks over zichzelf in mijn boeken ontdekken. Ja ja, gnuif. Béétje wishful thinking? Misschien?

Inmiddels ben ik op de bank gaan liggen als er -verrassing!- een laatste vraag komt:
What is your intention for this project?
Ondanks het feit dat ik nu flink ben afgeleid door mijn verhuizing van stoel naar bank, komt er meteen een antwoord: Clarity!
Nou, da’s duidelijk, grinnik.
Veel meer dan dat komt er ook niet meer uit. We sluiten nog even af met een paar diepe ademhalingen, het chanten van Aum en op mijn gemak mijn ogen openen.

Het was best aangenaam me even door iemand anders te laten leiden. Dat is toch altijd gemakkelijker. Ik kom zo toch een stuk sneller in mijn diepe, stille vaarwater. Lekker. Ik denk dat ik het maar eens een paar dagen ga uitproberen. Als de gratis dagen op zijn en het bevalt me nog steeds prima, dan kan dat geld me niet schelen. Een beetje structuur in het mediteren is eigenlijk best wenselijk. Tot nu toe heb ik, eerlijk is eerlijk, maar een beetje aangerommeld 😉

image

Dag 33: Builenpest?

Vandaag zit ik lekker in het zonnetje. Op de achtergrond zingt het geklingel van de windgong. Er staat een aardige bries. Mijn haren wapperen voor mijn gesloten ogen heen en weer en werpen donkerrode schaduwen over het oranjerood dat ik door mijn gesloten oogleden heen zie. Ik voel me blij. Zojuist heb ik ontdekt dat de zaadjes in mijn mini-moestuin aan het uitkomen zijn, na vijf dagen al! Oosterse raapstelen, broccoli, snijbiet. Tere groene blaadjes die uit de aarde tevoorschijn komen. Nieuw leven.

Ik zit heerlijk ontspannen met mijn benen op een stoel van de zonnewarmte te genieten. Mijn gedachten kabbelen wat en langzaam maar zeker voel ik hoe ik steeds dieper in mijzelf wegzak. Mijn ogen draaien omhoog, achter de oogkassen. Het oranjerode licht krijgt wat meer kleurschakeringen. Mijn gedachten verstillen.

Ik voel een aantal mensen om me heen en vraag vriendelijk of ze om de beurt om mijn aandacht willen vragen. Een jonge vrouw met lange, donkerblonde haren komt voor me staan. Ze heeft een omslagdoek, een hemd en een rok van grofgeweven stof in onbestemde kleuren aan. Haar haren klitten een beetje, hangen los en golven licht. Haar ogen hebben een groenbruine kleur. Ze is mooi, fijngebouwd bijna.

Ik neem haar handen in de mijne. De jonge vrouw kijkt me bedroefd aan, radeloos, maar ook hoopvol nu ze mij heeft gezien. Ik laat me meetrekken naar een houten met wilgentenen langhuis. Erbinnen, op nog geen twee meter van de ingang, staat een klein ledikant op de platgestampte aarde. Eromheen staat niets. De jonge vrouw wijst me haar kind, maar blijft op een veilige afstand staan. Ze durft het niet aan te raken. Het meisje is nog geen jaar oud volgens mij. Ze ligt slap en wit in het bedje. Haar huid is overdekt met roodachtig gekleurde builen. Ik voel hoe de jonge vrouw mijn hulp verlangt, maar ik weet helemaal niet wat te doen.

Ik blijf een tijdje naast haar naar haar dochtertje kijken. Dan werp ik een blik in hun toekomst. De jonge vrouw zal zelf ook niet aan de ziekte ontkomen, zie ik. Ik pak het meisje met zorg op uit het met zweet doordrenkte ledikant en leg het voorzichtig in de armen van de jonge vrouw. Ik weet niet precies hoe ik het gedaan heb, maar ik heb haar duidelijk kunnen maken dat ze haar lot niet zal ontlopen en dat ze dus net zo goed kan genieten van het laatste contact dat ze met haar dochtertje zal kunnen hebben.

Ik blijf bij haar, spring een stukje vooruit in de tijd en zie hoe zowel zij als haar baby, nu met glimmende zwarte builen overdekt en de huid van hun gezicht groenig, wasachtig, ingevallen, in een flinke kuil gelegd worden. Een tiental medebewoners van het dorp zijn er eerder al ingegooid en liggen in een wirwar van ledematen door elkaar. Ik begrijp hoe de overgebleven dorpelingen zo min mogelijk fysiek contact met de zieken wilden, maar nog altijd een diep respect voor hen voelen. De jonge vrouw is niet dood, maar wel heel ver heen. Zo ver, dat ik haar met haar dochtertje in haar armen naast me zie staan. Vrij van ziekte, vrij van lichaam. Ze kijkt met mij en de andere dorpelingen naar de lichamen in de kuil. Ik help haar kijken. Ik help haar zien dat zij en haar dochter er ook tussen liggen. Ze lijkt te begrijpen wat er is gebeurd.

De dorpelingen steken een groot vuur aan in de kuil en bedekken hun monden en neuzen met doek tegen de gore walm. De lijken verbranden. Als het vuur het laatste restje leven uit de vrouw heeft gebrand, draait ze zich van me weg en loopt naar de horizon, haar dochter nog altijd liefdevol in haar armen gesloten. Ze lost langzaam op in het licht van de dalende zon. Zelf blijf ik nog een tijdje tussen de dorpelingen naar het smeulende vuur staan kijken. Als er niets meer dan sintels overgebleven is, gooien ze de kuil dicht en vertrekken stil. Een paar jaar later is de braakliggende grond overgroeid met roodbruine veenplantjes. Berkenbomen omzomen de uitgestrekte open plek. Het verdriet is overgroeid. De natuur leeft verder.

image

Ik heb het een en ander nagezocht en waarschijnlijk gaat het hier -als wat ik tijdens de meditatie heb meegemaakt enige realiteitswaarde bezit natuurlijk- om De pest van Justinianus.

Dag 32: Ben ik een droom? Of… droom ik?

Het is nog lekker vroeg. De kinders liggen al in bed en ik ga meteen aan de slag met mijn meditatie van vandaag. Ontspannen op mijn rug op de bank. Ik sluit mijn ogen, maar merk dat ik ze open wil blijven houden. Ik focus me op één punt op het plafond. Dat valt eigenlijk nog wel mee, ook al is het spierwit en zit het vol spachtelputz. Het lukt me heel aardig mijn blik gericht te houden en ik merk dat ik nu eens meer met mijn linkeroog, dan weer meer met mijn rechteroog kijk. Grappig.

Na een tijdje voel ik de behoefte mijn ogen wat minder in te spannen. Ik staar nu door het plafond heen naar een denkbeeldig punt heel, heel ver weg. Het is altijd bijzonder om te zien hoe het vlak waar ik doorheen staar dan ‘oplicht’, paarsblauw getint wit deze keer. Wanneer ik me afvraag of iedereen dit oplichten ziet als zij hun ogen op deze manier ‘instellen’, voel ik mijn ogen als vanzelf sluiten. Het lichtbeeld blijft nog even hangen, maar dan is het donker.

Allereerst controleer ik mijn gronding. Uit mijn stuitje groeit een tiental paarse octopusarmen. Nou ja, het lijkt erop. Ze zijn een meter of twee lang en krullen zich om een dik zilveren touw dat in de kern van de aarde verdwijnt. Ha! Daar ga ik vandaag naartoe. Ik heb er onmiddellijk helemaal zin in. Ik laat mijn lichaam lekker op de bank liggen en daal langs het zilveren koord af naar beneden. Leer, vulschuim, springveer, leegte, plavuis, vloerverwarming, beton, heipaal, natte kleiachtige aarde, een zandlaag waar veel water doorheen sijpelt (ik spoel me snel even schoon), iets veenachtigs, grijze rots, bruinige rots…

Dáár is de nauwelijks waarneembare rossige gloed. Vanaf nu gaat het snel. De gloeiendhete kern van de aarde verandert snel van kleur naarmate ik dieper kom. Oranje, geel, heldergeel, verblindend wit. En dan is daar plotseling de ijzeren binnenkern. Maar wat raar, het is een bol veel groter dan ik me kan herinneren. En hij is donker als oud staal, in plaats van intens gloeiend wit door de enorme druk. Er klopt iets niet. Misschien ben ik te veel aan het sturen geweest?

Ik stijg omhoog langs mijn gronding tot ik weer bij mijn stuitje ben en begin opnieuw. Deze keer laat ik me vanzelf zakken, zonder visualiseren. Gedeeltelijk kom ik langs dezelfde aardlagen, maar dan zie ik daar ineens een grotachtige opening met een in mantel en kap gehulde man. Hij wacht blijkbaar op me. Ik vind het raar dat hij hier beneden is en ook al maakt hij me zonder gebaren of woorden duidelijk dat ik hem dien te volgen, ik sein ‘ga maar alleen’ naar hem en wil me verder in de aarde laten afdalen.

Er gebeurt echter niets. Ik zie hoe de man zich rustig, bijna als in slow motion omdraait en door een tunnel wegwandelt. Hij weet dat ik hem zal volgen, omdat ik gewoonweg niet anders kan. Ik hang mijn wantrouwen voorlopig even aan de kapstok en haak me los van mijn grondingskoord voor ik achter hem aan loop. Na een tijdje komen we in een enorm hoge bibliotheek. Het is er zo donker dat ik alleen de directe omgeving van de man kan zien. Ik bemerk nu pas dat hij een zacht schijnsel om zich heen heeft hangen.

Links naast me staat een klein kereltje op en neer te springen en aandacht te eisen. Met opgetrokken wenkbrauwen kijk ik naar het mannetje. ‘Dat is je Ego’, laat de gemantelde me woordeloos weten. We kijken de dwingelanderij samen een poosje aan. Dan zie ik een lessenaar en voor ik goed en wel besef wat er gebeurt zit het mannetje erachter. Hij buigt zich ijverig over de stapel sommen die hij zojuist van de gemantelde man heeft gekregen. Ik begrijp dat we mijn Ego even een poosje kwijt zullen zijn. Wat een rust!

Ik volg de gemantelde man naar een van de eindeloos hoge kasten. Hij beklimt een ijzeren ladder van een meter of vijf hoog en haalt een zuurstokroze, in leer gebonden boek van de plank. Beetje vreemd dat het ding roze is, maar terwijl de man langs de ladder afdaalt denk ik al half en half dat ik mijn eigen levensboek mag bekijken! Wauw! Ik word al helemaal enthousiast bij het vooruitzicht. Maar als de man het boek ergens halverwege openslaat, zie ik, een beetje teleurgesteld, alleen pastelkleurige wervelingen van energie. ‘Steek je hoofd er maar in.’

Ik buig mijn hoofd vol verwachting naar het boek en bedenk dat het nu toch wel wat op Harry Potter begint te lijken. Ik voel hoe langs mijn kruin met een slurpachtige beweging iets uit mijn hoofd gezogen wordt. Ik zie dat het een gestalte is die als in een draaikolk in het boek verdwijnt. ‘Zo!’ grinnikt het inmiddels kleiner geworden gemantelde mannetje, nog altijd zonder woorden of gebaren. ‘Dat was de Inge die in magie gelooft!’ Ik sta perplex. Déze wending had ik absoluut niet zien aankomen.

Wanneer ik het mannetje volg door een lange, leigrijze gang vraag ik me verwonderd af waarom hij ineens kleiner is. Het mannetje corrigeert me neutraal. Hij is niet kleiner, ik ben groter… door het wegvallen van wat overbodige bagage. Even later komen we bij een donkere grotopening. Ik krijg een olielamp in mijn handen gedrukt, zo een waarvan ik me voorstel dat Aladdin die had. Ik denk dat ik begrijp wat de bedoeling is. Eenmaal in de grot zal het licht natuurlijk uitgaan en moet ik een of meerdere van mijn angsten onder ogen zien.

Maar ook nu voel ik me op het verkeerde been gezet. Ik wandel inderdaad de pikdonkere grot in. De lamp verandert af en toe van vorm en kleur licht, maar gaat uiteindelijk inderdaad uit. Maar angsten komen er niet. Vreemd genoeg weet ik meteen wat de bedoeling wèl is: mediteren. In het donkerste donker. Benieuwd naar wat het zal geven ga ik met gekruiste benen op de koele rotsbodem zitten. Ik maak me inwendig klaar voor de meditatie en sluit mijn ogen.

Direct ben ik helemaal terug in het hier en nu. Mijn ogen schieten verbaasd open. Wat?! Het voelt momentenlang alsof de werkelijkheid hier mijn droombeelden van de Inge in de donkere grot ver beneden me zijn. Alsof ìk de illusie ben en de beelden van mijn meditatie een grotere werkelijkheidswaarde hebben. Het is even heel verwarrend.

‘Ben ìk de droom? Of droomde ik…?’ Ik glimlach. Dit, dìt vind ik leuk.

image

Dag 31: Ega Beva

Ik heb het even te kwaad vandaag, vraag me af waarom ik eigenlijk met dit project bezig ben, waar ik het nou eigenlijk voor doe… Merk ik al iets van verbetering? Nee, niet echt, bedenk ik zwartgallig. Het is wel aardig om mee bezig te zijn hoor, daar niet van, maar het voelt gewoon even een beetje nutteloos allemaal.

Ik heb wel vaker van die buien. Meestal komen die opzetten als ik me ongemakkelijk heb gevoeld in een sociale situatie. En dat heb ik in eerste instantie niet eens in de gaten! Ik heb er jaren over gedaan te leren dat het zo werkt bij me. Gelukkig kan ik die zeepbel nu redelijk snel doorprikken. Vroeger niet, dat kon dagen en dagen duren.

Het vervelende  is dat het het altijd op de loer liggende gevoel dat ik nodig op dieet moet triggert. Nu, op dit moment, heb ik mezelf door, maar dat is lang  niet altijd het geval. Met een terugval in mijn BDE tot gevolg (BDE = Binge Eating Disorder). Oh! Nu weet ik meteen dat dat mediteren van me nog niet zo onaardig is! Voor ik deze blogentry begon te schrijven had ik het nog niet helemaal voor mezelf op een rijtje.

Vandaag lukt het niet lekker, omdat ik totaal niet gemotiveerd ben. Wat een verrassing, haha. Maar eigenlijk ben ik nu best trots op mezelf dat ik er toch even voor ben gaan zitten. Niet direct mooie inzichten of beelden (behalve het herleven van de strips van Goofy, Mickey Mouse en Ega Beva… Hé, dat is natuurlijk ‘Eager Beaver’! Lachen met die Amerikanen), maar wel ontspanning. En ontspanning brengt toch een soort helderheid van geest. Het is zo zwart niet meer 😉

image