Categorie archief: De zesde tien dagen

Dag 60: De Hielen Lichten

We zijn tot vanavond laat in de weer geweest. Voor de vijftiende verjaardag van onze dochter hebben we samen met haar Deense vriendin en haar ouders een heerlijke dag aan de Deense kust doorgebracht. Lieve vrienden van wie we heel genereus een paar nachten in hun prachtig tussen goudgele korenvelden gelegen zomerhuis mogen logeren.
Heel mooi konden we zien hoe bij het uiterste puntje van Denemarken de twee zeeën samenstromen. Schoenen uit, pijpen opstropen en pootje baden maar. Eén voet in het Skagerrak (Noordzee), de andere in het iets koudere Kattegat (Oostzee). Heel bijzonder om te zien hoe de golven vanuit tegenovergestelde richtingen aan komen rollen en vechten voor een plaatsje waar ze samenkomen.

Bij de parkeerplaats teruggekomen wandel ik doelgericht naar een grote kei om daar mijn voeten van zand te ontdoen en mijn sokken en schoenen weer aan te trekken. Helaas pindakaas beland ik met mijn volle 128 kilo op een scherpe kiezelsteen van nog geen halve centimeter groot, die precies onder mijn rechter hielbot in mijn voetzool steekt. Au! De o zo bekende pijn van hielspoor vlamt door mijn voet, maar trekt gelukkig redelijk snel weer weg. Opgelucht haal ik adem. De rest van de dag hebben we op ons gemak door de duinen en wat havendorpjes gewandeld. Weer thuis in ons tijdelijke huis doet mijn hiel pas goed pijn.

Rustig op mijn buik liggend breng ik mijn ademhaling steeds verder naar beneden door mijn lichaam, tot ik uiteindelijk met al mijn energie door de pijnlijke plek heen in- en uitadem. Veel aandacht, veel liefde stuur ik op mijn ademhaling mee. Ik hoop dat het warm kloppende beurse op deze manier een beetje wegtrekt en ik zonder pijn kan slapen, maar mijn ademtruc werkt voor geen meter. Toch een beetje teleurgesteld over het gebrek aan effect geef ik op. Ik voel me te moe om nog andere dingen uit te proberen die mijn voet zouden kunnen helen. Ik kan alleen maar hopen dat ik er niet weer, zoals een jaar of vijf geleden, maanden en maanden last van zal houden bij iedere langere afstand wandelen of langere periode van staan. Of hopen dat ik morgen meer inspiratie heb natuurlijk. Een beetje timide probeer ik te slapen.

20130811-171436.jpg

Dag 59: Een Boom van een Vrouw

We zijn inmiddels overgevaren naar Denemarken en slapen nu een paar nachten in een prachtige cottage midden tussen de gouden graanvelden. Het is ongelooflijk rustig hier. Alleen de wind ruist. Ik lig in bed na een gezellige avond bij vrienden. Veel bijpraten onder het genot van heerlijk vlees van de barbecue en een paar glazen wijn. Ze hebben onze koelkast gevuld voor het ontbijt, we worden in de watten gelegd.

Ik lig in bed, klaar om te gaan slapen na een korte meditatie, waar ik eerder vandaag nog niet aan toegekomen was. Als ik mijn ogen sluit gaat mijn aandacht direct naar mijn gronding. Ik zie een smaragdgroene, wijd uitlopende vertakking waar mijn koord de aarde ingaat, precies als het wortelsysteem van een flinke boom. Uit het midden van de wortelkluit ontspringt een bruin koord dat verder in de aarde afdaalt en langzaam van kleur verandert naar zwart en vervolgens naar goud. Het koord haalt de kern van de aarde niet, maar eigenlijk voelt dat helemaal prima.

Als ik met mijn aandacht langs mijn koord terug omhoog reis en mijn energieveld bekijk, zie ik hoe ik van mens langzaam in een boom verander. Takken ontspruiten aan mijn lichaam, bladeren groeien, rond van vorm en heldergroen, aan de steeds verder uitlopende takken. Het gaat snel. Binnen de kortste keren zie ik mezelf transformeren van mens naar menselijke boom. Een mooie, stevige, gezonde boom. Even denk ik een veelkleurige vogel tussen mijn takken te zien, maar die houdt zich blijkbaar goed verstopt.

Ik voel geen enkele behoefte iets aan mijn energie te veranderen. Het is meer dan prima zo. Zeker een uur lang heb ik geen enkele last van het onrustige gesnurk van mijn lief, maar rustig en tevreden als ik ben, de slaap komt nog niet.

20130811-171215.jpg

Dag 58: Ingeving

Mijn zorgen van gisteren waren volledig onterecht, maar de meditatie heeft me prima geholpen zo rustig te zijn dat het beklimmen van de steile helling enorm meeviel. Het was eigenlijk een eitje. Ik snap niet dat ik me er zo druk over maakte. Blijkt maar weer dat de onrust in je geest je veel meer in de weg kan zitten dan de fysieke werkelijkheid. Zonder meditatie had ik het echt niet zonder pauzeren en op adem komen gered. Nu versnelde mijn ademhaling nauwelijks en liep ik in één keer door naar boven.

Mijn meditatie van vandaag is heerlijk rustig. Toch wel vermoeid van gisteren is de rust in mijn geest en het half uurtje rusten op bed meer dan welkom. Mijn gedachten kabbelen zin en onzin aan elkaar, maar dat maakt niets uit aangezien zin en onzin betekenisloos aan me voorbij trekken. Mijn bewustzijn bevindt zich boven het geruis van de beelden, geuren en geluiden die mijn geest bevolken, als een adelaar die stilletjes rustend op de thermiek naar de voorbijglijdende aarde onder hem tuurt.

Het is prettig en ik blijf lang liggen. Tot een gouden idee voor een nieuw boek zich plotseling boven het gekabbeldebabbel uitstrekt en mijn aandacht vastgrijpt. Ik ben er ineens weer helemaal bij!

Memoires van de laatste marsbewoner…

20130804-172702.jpg

Mars One

Dag 57: Hartzeer

Het doet hier denken aan het oude huis van mijn grootouders, dat nu afgebroken is en vervangen door een moderne, grotere woning voor jongere mensen. Ik proef dezelfde sfeer, dezelfde geuren. Oud, en tot in het welhaast onmogelijke hersteld, functioneert alles hier nog heel redelijk en de bedden zijn weliswaar een beetje muf, maar goed. Ik voel me er wonderlijk genoeg prettig bij, juist vanwege de herinneringen die het oproept, denk ik. Behalve mijn zoon voelen we het allemaal. Hier kunnen we wel drie dagen doorbrengen. Er is zelfs een beetje wifi! 😉

De omgeving is heerlijk rustig en vol met wilde dieren. We hebben gisteravond tijdens ons ritje naar en van de vrienden die drie kilometer verderop wonen een kikker, een vos, twee herten, een buizerd en een das gezien. Genieten! Blijkbaar zit hier ook ergens een gekke eland in de buurt. Gaan we die misschien tòch nog tegenkomen tijdens onze Scandinavië-reis. In Noorwegen is het niet gelukt. Misschien lukt het wel nu we in Zweden zijn. Waarschijnlijk vanavond, als we het steile rotspad van en naar het huis van onze vrienden bewandelen. Van feestzaal naar dansvloer.

Daar maak ik me trouwens wel wat zorgen over. Mijn conditie is niet goed. Als ik thuis twee trappen achter elkaar oploop ben ik al buiten adem! Vreemd vind ik dat, want sinds we weer in Nederland wonen ben ik juist weer meer gaan bewegen, met name fietsen. Heerlijk! Ik heb mijn gewicht natuurlijk niet mee, dat weet ik ook wel, maar ik ben wel altijd sterk geweest en dat lijkt het laatste jaar steeds verder af te nemen. Daar kan ik me dus druk over maken, behoorlijk. Samen met wat andere gebreken die mijn lichaam begint te vertonen (beginnende artrose waardoor af en toe zenuwen bekneld raken, soms wat brandend maagzuur) ben ik -en ik vind het erg moeilijk dit op te schrijven… omdat het dan ineens zo echt lijkt, in plaats van maar een hersenspinsel- eigenlijk regelmatig bang voor mijn hart.

Ik heb het wel eens aangekaart bij de huisarts in België, maar een hartfilmpje liet niets bijzonders zien. Ook een bezoek aan de cardioloog leverde niets bijzonders op. Hooguit een iets verhoogde bloeddruk die ik met meer beweging goed onder controle kan houden. Medicatie niet nodig. Bloedvetten zijn altijd prima, net als bloedsuikers en andere zaken die in het bloed nagekeken kunnen worden. De enige medische afwijking die ik heb is de ziekte van Hashimoto en af en toe wat anemie. Verder ben ik altijd kerngezond verklaard.

Toch blijf ik altijd angstig rekening houden met hartproblemen. Misschien omdat ik mijn leven lang al aritmie heb en mijn hart daardoor soms lijkt te fladderen in mijn borst? Of omdat hart- en vaatproblemen in de familie voorkomen? Of omdat artrose in de rug en schouders, maar ook brandend maagzuur soortgelijke symptomen geven? Ik weet het niet, het lijkt vooral een onredelijke angst. Om er vandaag eens vanaf te komen (want de angst dat ik buiten adem zal raken alleen al kan ervoor zorgen dat ik het benauwd krijg en veel eerder ga hijgen dan nodig is), besluit ik mijn hart als onderwerp van mijn meditatie te nemen. Het alle liefdevolle aandacht te geven die ik heb en zo objectief mogelijk te kijken of er eigenlijk wel iets aan de hand ìs.

Concentreren gaat me gemakkelijk en snel af. Ik zit buiten op de overdekte veranda en bevind me temidden van een oceaan aan geluiden en beweging in een bel van stilte en rust. Alleen de klanken van porselein en glas snijden door de bel heen, maar verstoren mijn concentratie nauwelijks. Ik moet echt mijn best doen mezelf neutraal te maken. Èn te houden. Telkens wanneer ik het gevoel heb dat ik objectief kan gaan kijken sneakt de bezorgdheid toch weer terug in mijn waarneming. De beelden raken keer op keer vertekend en verliezen daarmee hun realiteitswaarde.

Om het mezelf gemakkelijker te maken installeer ik in mezelf een gouden, neutrale bol van ongeveer dertig centimeter doorsnede rond mijn hart. Alleen objectieve waarneming kan erbinnen, al de rest mag in en rond mijn lichaam achterblijven. Omdat ik niet weet hoe lang ik deze manier van kijken kan volhouden, installeer ik snel een metertje dat simpel en snel met een wijzer via de kleuren rood, oranje, geel en groen kan aangeven hoe het ervoor staat. Mijn hart op fysiek niveau krijgt geel, emotioneel krijgt ook geel, mentaal schiet naar het verste rood (oké, ik pieker dus inderdaad veel te veel) en spiritueel schiet de wijzer zo ver door het groen heen dat ik bij paars uitkom. Paars? Waha, wie had dat gedacht? Verrassend 🙂

Om een duidelijker antwoord te krijgen over het geel op het fysieke niveau van mijn hart raadpleeg ik voor het eerst sinds ik gestopt ben met mijn werk als healer mijn cirkel van geneesheren en raadgevers. Een groep van rond de dertig zielen die al naar gelang het onderwerp van een vraag aantreden en in een cirkel rond me komen staan om te helpen kijken naar de oorsprong van een probleem. Ik ben me ervan bewust dat het zielen van verschillende leeftijden zijn en hoewel ze allemaal het beste in de zin hebben is hun informatie niet betrouwbaarder dan die van specialisten op aards niveau.
Hun oordeel is, na lang beraadslagen, verdeeld. Ik kom er helaas niet verder mee.

Vervolgens leg ik contact met mijn persoonlijke gids. Hij stelt me gerust, maar geeft niet aan waarom geel geel is. Hij beaamt alleen dat het inderdaad geel moet zijn, misschien zelfs oranje. Toch vindt hij het niet nodig dat ik me ongerust maak. Het past allemaal in ‘het plan’. Meer uitleg krijg ik niet.
Uiteindelijk heb ik zeker een uur in meditatieve toestand doorgebracht, waarbij ik voornamelijk bezig ben geweest mijn zorgen zodanig te neutraliseren dat er nog iets zinnings uit de informatie naar boven zou kunnen komen. Ik voel me wel een stuk rustiger nu, maar een duidelijk plan over wat me te doen staat heb ik niet. Behalve dan dat ik bij thuiskomst maar eens een afspraak met de huisarts moet maken.

Pas nu, tijdens het schrijven, valt me in dat dat snelle achter mijn adem raken en het gebrek aan conditie ondanks intensievere lichamelijke inspanning, evenals opflakkerende aritmie en het gevoel van beknelde zenuwen, met name links, ook goed door een opnieuw opspelende en misschien zelfs verwaarloosde bloedarmoede kan komen. Het is veel te lang geleden dat mijn ijzergehalte is gecontroleerd.
Ik voel me eigenlijk een beetje dommig, een beetje suf nu… De huisarts weet wel raad 😉

20130803-141919.jpg

Dag 56: Indrukken…

Vandaag heb ik simpelweg te veel indrukken opgedaan om mijn hoofd stil te krijgen. Focussen lukt best. Ik heb mijn ogen dicht en richt me op mijn ademhaling. Hoe de luchtstroom zich precies mijn neus in beweegt en de neusvleugels zacht streelt. Hoe de adem verwarmd en lichter in zuurstof even later de binnenkant van mijn neus opwarmt voor ze haar weg naar buiten vindt.

Allerlei voorvallen en indrukken van vandaag rangschikken zich in mijn hoofd. De associaties die deze nieuwe indrukken oproepen flaneren langs mijn bewustzijn voor ze losse banden ontwikkelen met mijn oudere ervaringen. Een heel netwerk aan beelden, geluiden, geuren en herinneringen ontstaat. Niets blijft lang hangen, alles wordt alleen netjes opgeborgen. Voor later gebruik of om naar believen te raadplegen.

Mijn geest is dus niet echt leeg te krijgen, maar is blijkbaar wel met iets heel nuttigs bezig. Ordenen, categoriseren, labelen.
Hm… Dat laatste woord zint me niet zo, maar kwam wel uit mijn vingers voor ik er echt erg in had. Ik ben eigenlijk helemaal niet zo dol op labelen, dus waarom komt juist dit woord nu naar voren? Voer voor een nieuwe meditatie… 😉

20130803-084107.jpg

Dag 55: Levendige Energie

Ik ben zo bezig geweest vandaag met alle achterstallige blogberichten uploaden (zes om precies te zijn, handig dat we weer even wifi hebben), dat ik helemaal vergeten ben mijn meditatie van vandaag te doen. Vlak voor ik in slaap val herinner ik het me gelukkig nog. Ik maak er meteen werk van. Na de wandeling door een snikheet Oslo en een bezoek aan het Nobel Peace Centrum, verwacht ik heel wat energie van anderen opgepikt te hebben. Een mooie gelegenheid om de boel weer eens energetisch op te schonen.

Ik zoom in op mijn gronding, voel hem wel, maar zie hem niet meteen. Dan eerst mijn energetisch veld, mijn aura maar. Verrast zie ik hoe mijn energie druk kolkend bezig is zich uit zichzelf te herstellen. De kleuren zijn helder en intens. Mijn achterkantje, ook mijn achterhoofd, is helderrood. De energie is druk in beweging en kolkt golvend met piekjes rond. Mijn voorkant is hoofdzakelijk diepblauw van kleur. De kleur van mijn knieën wisselt telkens, rechts vaker dan links. Mijn gezicht heeft een heel eigen kleur, anders dan bij de rest van mijn lichaam, bijna perzikachtig oranje. Daar is de energie meteen ook een stuk rustiger.

Bij mijn linkervoet, zowel boven als onder, bemerk ik een dikke grijze laag die de prachtige kleuren bedekt. Dat zal vast iets te maken hebben met de pijn in die voet vandaag. Zo te zien is dat het enige gebied waar ik zelf iets aan kan bijspijkeren. De rest van mijn energie regelt zichzelf prima. Ik concentreer me op mijn voet en kan de plak grijs er vrij redelijk van afpellen. Het voelt wat trekkerig, wil duidelijk nog niet loslaten, maar ik heb geen zin om met grijze energie in mijn persoonlijke veld rond te lopen, dus trek is voorzichtig door tot het meeste grijs losgekomen is.

De laatste plakkerige restjes laten zich veel gemakkelijker verwijderen. Ik veeg ze weg en voer al het grijs af. Maar, eerlijk is eerlijk, slaperig als ik ben, maak ik daar maar halfslachtig werk van. Om meteen erna echt in slaap te vallen. Tegen de ochtend droom ik dat ik een jongetje ben van een jaar of tien. We zitten middenin de Tweede Wereldoorlog. Mijn moeder ligt ziek van verdriet thuis op bed. Ze komt al dagen niet meer uit de slaapkamer tevoorschijn. Alleen zij en ik zijn er nog.

Steeds meer mensen verdwijnen. Ik weet niet hoe dat gebeurt. Ik zie alleen de kaalgetrapte velden waar haastig van alles achtergelaten is. Natuurlijk ga ik op onderzoek uit. Prachtige kleine-jongens-schatten vind ik. Vooral blikken speelgoed en trommeltjes waar van alles in kan zitten. Eigenlijk ben ik ook op zoek naar kogelhulzen, maar die vind ik nooit. Wel peuken, stilletjes uitgedrukt in mijn schatten. Zelfs eentje die nog smeult. Ik peuter ze er allemaal voorzichtig uit.

Ik verzamel iedere dag wat ik maar aan interessants kan vinden in de grote bruinleren zak die ook ergens rondslingerde. Een keer was ik in de kleedkamers van het zwembad op zoek naar mooie spullen toen een lange meneer verdrietig een stukje met me meeliep. Hij zong over zijn verdriet, dat alle mensen verdwenen waren. Ik denk dat het een zelfgemaakt lied was. Het was heel mooi.

Al snel ben ik erachter dat ik de spullen kan verkopen, zodat ik wat geld heb waar ik brood en ander eten mee kan kopen voor mijn honger. Moeder komt haar bed niet meer uit om me te verzorgen. Ik moet het zelf doen…

Dan word ik wakker en neem ik me voor voortaan toch meer tijd te besteden aan het netjes wegwerken van vervuilde energie. De pijn in mijn voet is in ieder geval verdwenen.

20130802-124629.jpg

Dag 54: Moerasles

Het is een heerlijk rustige dag. Vandaag geen regen, een beetje wind en een heerlijk zonnetje zo af en toe. Mijn rug heeft geen pijn meer gedaan, zelfs niet als ik hem in allerlei bochten wring om helemaal zeker te zijn. Dat moet een krachtige zelfhealing zijn geweest! Tegen de middag, als alles een beetje aan kant is en ik even tijd voor mijzelf kan nemen, vind ik dat ik bij mijn meditatie even moet kijken hoe het ervoor staat met de losse vellen en het druipende wondvocht. Mijn onderbewustzijn vindt het totaal onbelangrijk en is iets volkomen anders van plan. Toch kan ik nog net zien dat mijn rug er prachtig gaaf uitziet.

Ik zit op het terras en geniet van de wind die in golven over de boomtoppen komt aanruisen. Heerlijk om me voor te stellen dat de wind me met zich meevoert en even word ik echt zo licht dat ik het contact met mijn lichaam verlies en in de turbulentie rol en buitel. Als de wind gaat liggen en de zon krachtig warm tevoorschijn komt, waan ik me aan een zuiders stand. Ik kan het warme zand tussen mijn tenen bijna voelen. De schaduw van een palmboom likt aan mijn benen. Ik gebruik de zon om mezelf er vanaf mijn kruin aan op te hangen als een lappenpop. Mijn armen en benen bungelen naar beneden, mijn hoofd en rug hangen recht in elkaars verlengde. Ik ben in één keer volledig ontspannen.

Mijn bewustzijn vervaagt. Ik bemerk de wind en zonneschijn niet meer. Beelden van een meditatie die ik jaren geleden heb gedaan komen bovendrijven. Ik zie mijzelf opnieuw een oud houten roeibootje vlottrekken in een ondiepe plas ergens in het moeras. Ik sta naakt, tot mijn borst in het water. De zon schijnt. Achter me ligt de mistbank waar ik zojuist uitgekomen ben. Ik voel me rustig, vredig, terwijl ik voortploeter met de symboliek van mijn leven. Beelden uit een geleide meditatie van Julia Heywood…

De beelden van het moeras lokken associaties uit, vermoed ik, want voor mijn voeten, tussen de natte moerasplanten, zie ik het ingedroogde lichaam van de Tollund Man. Zijn bruine, leerachtige gezicht is vredig. Zijn lichaam ligt ontspannen in foetushouding. Ik verbaas me over alle details die ik zie. Details die ik kennelijk in me heb opgeslagen toen ik er als tiener gebiologeerd over las en een zwart-witfoto van de prachtige veenvondst zag.

Ik voel/zie de laatste dagen van de man. Een reiziger, volledig tevreden en in zijn element. Iemand die zijn leven blijmoedig en tevreden neemt zoals het komt. Hoewel… dat klinkt als een understatement. Hij voelt zich volkomen neutraal en is gelukkig met wat het leven hem te bieden heeft. Iemand die geen plannen maakt, niet achterom kijkt. Een opportunist, zonder zich daar bewust van te zijn of zich voor op de borst te kloppen. Ik krijg het niet goed onder woorden… Het is een kràchtig gevoel, als van iemand die intens en zorgeloos leeft. Iemand zonder problemen en die ook nergens een probleem van maakt.

Dan is er de gemeenschap waar hij na een dag van mooi weer en wandelen terecht komt. Ze zijn gastvrij, geven hem een goed maal met een pap van gekookte granen en een warm, zacht strobed voor de nacht. Dat ze hem in zijn slaap wurgen en hem een dag later met respect in het moeras achterlaten als offer, is iets zo vanzelfsprekends voor beide partijen dat het niet eens in de man is opgekomen het dorp links te laten liggen en zijn leven te redden. Waarom zou hij ook? Het is de natuurlijke gang van zaken. De leefgemeenschap offert nu eenmaal liever een buitenstaander, een onbekende reiziger, dan één van hun eigen mensen, wanneer de tijd voor een offer zich aandient.

Als ik de Tollund Man vraag naar hoe het nu met hem is ben ik blij verrast dat hij meteen gehoor geeft aan mijn wens hem te spreken. Als ziel is hij al even glimlachend neutraal en volkomen aanwezig. “Zo ging dat toen nu eenmaal”, lacht hij vriendelijk.
Ik bewonder deze man. Te zijn zoals hij, zo aanwezig, accepterend en zorgeloos, dat is iets waar ik graag naartoe wil werken…

20130801-205018.jpg

Dag 53: Nu dan!

Als ik deze morgen na een heerlijke nacht wakker word van mijn lief die vroeg opstaat, vind ik dat het nu dan toch echt de hoogste tijd is die rare vuilroze plak energie op mijn rug aan te pakken. Maar nog lig ik zeker een half uur wat te doezelen en vind ik dat ik eerst even naar het toilet moet om me helemaal aan het proces te kunnen overgeven. Talmen? Zeker! Bang dat het te hoog gegrepen is voor me… Een meer dan bekend fenomeen 😉

Maar dan is het zover. Ik lig gemakkelijk en lekker warm onder mijn dekbed, mijn handen onder mijn hoofd. Mijn rug voelt pijnlijk en gespannen en ik ga ervoor. Allereerst controleer ik mijn gronding. Een diep zwart koord ontrolt zich van mijn stuit in vliegende vaart naar de kern van de aarde. Ik maak er werk van mijn verbinding met Moeder Aarde stevig te verankeren en reis vervolgens weer langs mijn grondingskoord naar boven. Ik trek het door naar mijn kruin, dwars door mijn ruggengraat heen. Goed gegrond blijven lijkt me nu erg belangrijk namelijk.

Mijn wil wil iets anders dan mijn intuïtie. Ik probeer laag voor laag mijn aura nog eens te bekijken, maar mijn intuïtieve ik wil daar niets van weten. Mijn rug is het probleem, dus die gaan we meteen aanpakken! Ik zie mijn intuïtieve zelf me bij wijze van spreken fel aankijken en de mouwen opstropen. ‘Waag het maar niet tegenstand te bieden!’, lijkt deze Inge te zeggen. Het is grappig. Ik glimlach inwendig en geef me over aan wat er ook maar komen gaat.

Ik wandel een oud Noors dorp binnen. Ik ben een lange, magere jongeman en zie er wat verwilderd en groezelig uit. Het lijkt me dat ik lang gereisd heb en nu onderdak probeer te zoeken bij het kleine dorp dat voor me ligt. De tijd? Meer dan honderden jaren geleden. Een precies jaartal kan ik er niet op plakken, maar het voelt als ergens aan het begin van de tweede eeuw. Het volgende beeld dat ik zie is dat van een zevental dorpelingen dat aan het beraadslagen is over wat ze met de vreemde snuiter die ik ben aanmoeten.

Het besluit is gevallen, ik mag blijven, onder voorwaarde dat ik een aanpassingsproces onderga waarbij ik een tijdje opgesloten zal worden. Het is de bedoeling dat ik mijn nieuwe rol in het dorp invoel en aanvaard en dat ik me daarvoor niet alleen geestelijk, maar ook fysiek grondig moet schoonmaken. Een donkerhouten hutje van twee bij twee meter staat helemaal alleen aan de rand boven het dal. Er zit alleen een deur in en eenmaal binnen vind ik in het donker een plank tegen de zijwand waar ik op kan zitten. Verder is er alleen een grote bak tot net boven de helft gevuld met zacht, warm zand. Ik was me erin als een musje dat een zandbad neemt. Het voelt heerlijk, verwarmend en verfrissend tegelijkertijd. Ik voel hoe de plak kleverige energie op mijn rug broos wordt. Een welkom en hoopvol gevoel.

De deur van het hutje zwaait open. Ik stap het licht in en zie het groene, met ontelbaar veel bloemen bezaaide dal, zo schoon als ik me nu voel. De ochtendzon straalt eroverheen. Het is prachtig!
“Eddy Mercolor”, hoor ik een stem zonder lichaam van linksachter me zeggen. Eddy Mercolor? Ah! Add more colour, natuurlijk. Ik weet meteen hoe. Ik haal me de dubbele regenboog die we gisteren tijdens het rijden gezien hebben zo levendig mogelijk voor de geest en plant een van de uiteinden in het plakkaat op mijn rug.
Maar… Het werkt niet! Ik voel me meteen een beetje paniekerig, stuur een scherpe roep om hulp uit.

De stem zonder lichaam is nu een vage, in mantel en kap gehulde figuur die zorgzaam maar resoluut een dikke rits op mijn rug opentrekt. Geen idee waar die rits vandaan komt, maar nu hij open is stormen er hals over kop hele hordes lelijke, donkere wezentjes uit. Ze zijn maar iets groter dan bijen en zwermen om me heen alsof een heel nest zojuist uit zijn korf gejaagd is. Ongelooflijk hoeveel details ik kan zien. Ze zijn allemaal anders en lijken onder mijn blik veel groter dan in werkelijkheid. Net kleine trolletjes.

Ik weet dat ik ze moet zien kwijt te raken voor ze hun weg terug mijn rug in vinden en creëer een aantrekkelijk uitziende, blauw oplichtende glijbaanbuis steil de aarde in. De wezentjes krioelen enthousiast rond de ingang en storten zich door de buis naar beneden. De stilte die achterblijft is enorm. Wat eigenlijk heel vreemd is, want ze maakten geen enkel geluid.
De vage, gemantelde figuur trekt de losse flappen op mijn rug wat bij elkaar. Ik verwacht dat ik een verband rond mijn lichaam gewikkeld krijg, maar dat gebeurt niet. Hij smeert met zorg en lange, bleke vingers een geelgroene zalf over mijn rug uit zodat de flarden op hun plek blijven. Het lijkt alsof ik flink aan het vervellen ben.

Aan de onderkant van de losse stukken huid sijpelt rozig wondvocht onder de zalf uit en wordt als vanzelf met het grondingskoord dat aan mijn stuitje vastzit mee de aarde in gevoerd. Mijn rugpijn trekt weg. Het vermoeide gevoel dat zich in mijn onderrug had genesteld verdwijnt zoetjesaan. Mijn rug voelt heerlijk open, ontspannen en warm. Pas nu voel ik hoe lang het geleden is dat mijn rug zo normaal aanvoelde. Ook nu besef ik pas wat de wezentjes waren: de verpersoonlijking van alle als pijnlijk ervaren sociale interacties die ik me veel te persoonlijk aangetrokken heb…

20130801-204854.jpg

Dag 52: Weg met die Rugzak!

Ik heb het lang uitgesteld, verder werken aan mijn rug. Ik voel me een beetje angstig. Stel dat het weer niet zal lukken die rugzakachtige energie geheeld en weg te krijgen! Maar in de loop van de dag gaat mijn rug steeds meer zeer doen. Ik moet me telkens bewust ontspannen en zachtjes uit- en losrekken, waarbij mijn wervels hoorbaar kraken. Uiteindelijk, na een lange dag reizen en ’s avonds een beetje tv kijken met z’n vieren in ons nieuwe, meer dan prachtige appartement in de bossen, lig ik in bed. Er moet nu echt, ècht iets gebeuren weet ik. Prompt val ik in slaap.

20130801-204727.jpg

Dag 51: Met Rugzak, maar niet op de Gletsjer

Zo, hier zit ik dan. In de auto, met prachtig uitzicht op het blauwwitte ijs van de Nigardsbreen. Man en kinders zijn dik ingepakt een uurtje geleden, gewapend met stijgijzers en ijsbijl in de boot gestapt voor een wandeling op het eeuwenoude blauwe ijs. Zeventien jaar geleden deed ik het zelf nog, bij deze zelfde gletsjer. Het is jammer dat ik niet met ze mee kan, maar met de verrekijker van mijn lief kan ik mooi hun vorderingen volgen.

Ik vraag me af wat er in mij veranderd is dat ik vroeger zonder nadenken en met volledig vertrouwen in de kracht en mogelijkheden van mijn lichaam allerlei spannende dingen deed en met mijn lichaam van nu juist zo voorzichtig en bewust van mijn beperkingen ben. Is dat echt allemaal te wijten aan de ziekte van Hashimoto? Heeft het te maken met de voorzichtige instelling van mijn lief, die ik misschien toch wat overgenomen heb? Ben ik banger geworden? Is het wel angst, of is het juist pijnlijk realisme dat me tegenhoudt de prachtige ervaring van mijn kinderen mee te maken?

Ik zit in de auto. Het zonnetje schijnt. De temperatuur is aangenaam zo met mijn autodeur open. Het smeltwater raast op de achtergrond, een prima geluid om bij in mezelf te duiken. Ik wil graag de eigen wijsheid van mijn lichaam raadplegen op zoek naar een antwoord op mijn vragen. Allereerst kijk ik hoe mijn gronding ervoor staat. Een dik gouden koord rolt vanaf mijn stuit in een rechte lijn naar beneden, naar de kern van de aarde, waar het stevig verankerd is. Dat ziet er helemaal prima uit, concludeer ik tevreden.

Het lukt nog niet echt te communiceren met mijn lichaam, dus besluit ik mijn verschillende auralagen eerst maar eens na te kijken. De fysieke auralaag heeft niet veel energie (klopt wel, want ik heb nauwelijks kunnen slapen door mijn liefs gesnurk), maar ziet er verder prima uit.
De emotionele auralaag is vuilgelig van kleur vandaag. Ik voel meteen dat de linkernier op dit niveau opspeelt. Hij trekt en voelt wat kramperig. Blijkbaar voel ik meer mee met mijn zenuwachtige dochter dan ik dacht 😉 De nier ziet er galkleurig uit, voelt kronkelig lang en slangachtig aan. Ik kalmeer haar met zachte handen en sus de nier in slaap. Het ongemakkelijke gevoel verdwijnt meteen.

De mentale auralaag, hoe kan het ook anders, is dan wel prachtig kobaltblauw van kleur, maar heeft rond mijn hoofd een heel stel stekels die zeker een centimeter of vijftien uitsteken. Ik maak me te druk, dat is me meteen al duidelijk. Het is zoals het is, ik ben zoals ik ben, dus waarom zou ik piekeren? Ik druk de stekels met zachte hand naar beneden tot ze niet langer scherp zijn en uitsteken. De bobbeltjes die uiteindelijk overblijven zijn snel glad getrokken. De behoefte om te weten hoe het komt dat ik veel minder kan dan zeventien jaar geleden verdwijnt vrijwel volledig.

Ik controleer als laatste mijn vierde, meest wijd uitstaande auralaag. Op dit spirituele energieniveau verwacht ik eigenlijk niets bijzonders te zien, maar de kleur ervan lijkt heel vreemd. Een mengeling van oudroze en lila. Het ziet er flets en ongezond uit. Ik voel een dikke ‘plak’ irritante gespannenheid op mijn rug zitten. Het is zo’n beetje vierkant van vorm en bedekt mijn rug van halverwege mijn schouderbladen tot net onder mijn taille, net een laaghangende rugzak. Dit is absoluut niet in de haak! Hier moet iets aan gebeuren, liefst meteen.

Als ik eraan probeer te werken wordt het irritante gespannen gevoel alleen erger en straalt het uit naar mijn armen en benen. Ik herken het! Het is datzelfde onrustige gevoel dat de laatste tijd bij vlagen mijn mediteren lastig maakt. Híer komt dat dus vandaan, dat ik het niet eerder gezien heb!
Maar wat ik ook probeer, ik krijg het niet weg. Zelfs niet als ik, omdat ik niet langer rechtop kan zitten met die onrust in mijn lijf, de stoel helemaal naar de slaapstand draai en er zo gemakkelijk mogelijk bij ga liggen. Wat heeft dit te betekenen? Ik vind er geen antwoord op. Maar belangrijker is hoe ik ervanaf kom. Ik vermoed en voel dat het op de een of andere manier te maken heeft met creatief geblokkeerd zijn.

20130801-204207.jpg